Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God heeft mij den [25]verkeerde [26]overgegeven, en heeft mij [27]afgewend in de handen der goddelozen. 25. Het schijnt dat hij hiermede verstaat de Chaldeen en Sabeers, van wie gesproken wordt boven, hfdst.1 vs.15,17. 26. Anders, besloten bij de verkeerden; te weten, als in een gevangenis, om van hen gekweld en geplaagd te worden. 27. Dat is, gemaakt dat ik in hun handen gevallen ben.